Koper bij schapen: misinformatie & rassen die koper nodig hebben

Wie op Google zoekt naar informatie over koper bij schapen krijgt vrijwel altijd dezelfde boodschap: “Schapen mogen geen koper!”
Een zin die zo vaak wordt herhaald, dat veel hobbyhouders bang zijn geworden om überhaupt koper te voeren.

Maar deze algemene waarschuwing klopt niet. Sterker nog: veel schapen die in Nederland als hobby worden gehouden, hebben juist méér koper nodig, omdat ze op onze grond en met ons ruwvoer snel tekorten ontwikkelen.

In deze blog leggen we uit waar de misinformatie vandaan komt en welke rassen wél baat hebben bij koper in hun voer.

Waarom overal staat dat “alle schapen gevoelig zijn voor koper”

De hardnekkige waarschuwing dat koper gevaarlijk is voor élk schaap komt vooral uit de internationale veehouderij, waar wordt gewerkt met productierassen zoals Texel, Suffolk en Swifter. Deze rassen zijn inderdaad gevoeliger voor koperstapeling — maar dit geldt niet voor alle schapen.

Veel websites, blogs en fora nemen deze informatie kritiekloos over, waardoor het lijkt alsof elk schaap hetzelfde risico loopt. Het resultaat: hobbyhouders die bang zijn om koper te voeren en daardoor onbewust tekorten veroorzaken bij rassen die juist méér koper nodig hebben.

Daar komt nog iets bij: de meeste onderzoeken naar kopervergiftiging zijn uitgevoerd op productierassen die krachtvoer krijgen, niet op sobere of primitieve rassen die vooral op ruwvoer leven. De onderzoeksresultaten worden vervolgens toegepast op alle schapen, zonder onderscheid in metabolisme of herkomst.

Nederlandse grond versterkt de verwarring

Nederlandse bodem bevat vaak veel molybdeen, ijzer en zwavel. Deze mineralen binden koper in de pens, waardoor het niet meer kan worden opgenomen.
Zelfs wanneer er voldoende koper in het hooi zit, krijgt het dier het niet in het bloed.
Dit betekent dat schapen die van nature al meer koper nodig hebben, in Nederland nóg sneller tekortkomen.
Toch blijft dezelfde algemene waarschuwing rondgaan: “kijk uit met koper”.
Maar eigenlijk zou de waarschuwing moeten luiden: “kijk uit met te weinig koper bij sobere rassen.”

Rassen die vaker extra koper nodig hebben

Dit zijn de rassen die in de praktijk op Nederlands ruwvoer regelmatig kopertekorten laten zien:

Ouessant, Kameroen, Soay, Dorper, Wiltshire Horn, Zwartbles, Shetland, Hebridean, Barbados Blackbelly, Jacobschaap, Castlemilk Moorit, Gotland Pels, Herdwick, Ryeland, Skudde, Solognote, Walliser Schwarznase, Border Leicester, Welsh Hill Speckled Face, Racka, Cambridge, Clun Forest, Kerry Hill, Kärntner Brilschaap, Mergellandschaap, Kempens Heideschaap, Schoonebeeker Heideschaap, Drents Heideschaap, Veluws Heideschaap, Wolmerino, Poll Dorset, Solognote.

Rassen met een gemiddelde koperbehoefte

Deze rassen zijn niet extreem gevoelig, maar kunnen bij koperarm ruwvoer alsnog tekort krijgen:

Clun Forest, Drents Heideschaap, Veluws Heideschaap, Herdwick, Kerry Hill, Ryeland, Shropshire, Nederlands Bonte Schaap, Fries Melkschaap, Flevolander, Walliser Schwarznase, Wiltshire Horn.

Rassen die kopergevoelig zijn

Texelaar, Swifter, Suffolk, Hampshire Down, Charollais, Bleu du Maine, Ile de France, Cambridge, Flevolander.

Waarom misinformatie zo gevaarlijk is

Veel hobbydieren leven op ruwvoer en krijgen geen krachtvoer. Daardoor is hun mineralenbalans volledig afhankelijk van hooi en gras — precies de onderdelen waarin koper in Nederland vaak níet goed beschikbaar is.

Als je dan ook nog koperloos voert “voor de zekerheid”, kunnen tekorten vanzelf ontstaan. Tekorten beginnen vaak subtiel: een iets doffere vacht, bruine waas, minder glans of wat slomer gedrag. Maar op langere termijn beïnvloedt kopertekort de weerstand, vruchtbaarheid, groei en zelfs zenuwontwikkeling bij lammeren.

Daarom is het zo belangrijk om te weten bij welke rassen kopertekort een reëel risico is - en bij welke juist niet.