Waarom zit er nog zoveel tarwe in brokken – en wat betekent dat voor jouw dieren?
De pens vormt het hart van de spijsvertering bij herkauwers. In deze bijzondere fermentatiekamer breken micro-organismen vezels af uit gras en hooi en zetten die om in energie. Zolang de pensflora in balans is, blijft het dier gezond. Maar wanneer die balans verstoord raakt, kunnen ernstige problemen ontstaan. Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan is pensverzuring. Vooral voeding met veel tarwe en andere snel fermenteerbare granen speelt hierin een belangrijke rol.
Wat is pensverzuring?
De pens is gevuld met bacteriën, gisten en protozoa. Deze micro-organismen breken vezels af en zorgen zo voor een constante, natuurlijke energievoorziening. Bij een gezonde pens blijft de zuurgraad stabiel tussen pH 6 en 7.
Wanneer dieren echter te veel snel afbreekbare koolhydraten binnenkrijgen, ontstaat er in korte tijd een grote hoeveelheid zuur. De pH in de pens zakt dan te snel, wat leidt tot pensverzuring (acidosis). De goede bacteriën sterven af, de fermentatie raakt ontregeld en het dier kan pijn, ontsteking en soms zelfs levensbedreigende complicaties ontwikkelen.
Vroege signalen zijn vaak subtiel: minder eetlust, een dier dat wat teruggetrokken oogt, of minder herkauwen. Bij ernstigere verzuring kunnen gasophoping, diarree, kreupelheid en een dalende melkproductie optreden. Chronische pensverzuring leidt geregeld tot hoefproblemen, vermagering en verminderde weerstand.
Hoe ontstaat pensverzuring?
De oorzaak ligt vrijwel altijd in het type voeding. Vooral granen zoals tarwe, maïs en gerst bevatten veel snel fermenteerbare zetmelen. Deze worden in de pens razendsnel omgezet in zuren. Als daarbij onvoldoende structuur (vezels) in het rantsoen aanwezig is, wordt er minder herkauwd en dus minder speeksel geproduceerd. Speeksel werkt van nature bufferend en houdt de pens stabiel.
Wanneer dieren dus te weinig vezels en te veel snel verteerbare koolhydraten eten, daalt de pH snel en ontstaat verzuring.
Waarom speelt tarwe zo’n grote rol?
Tarwe bevat veel energie en fermenteert uitzonderlijk snel. Dat geeft in korte tijd een grote zuurproductie in de pens. Bovendien levert tarwe nauwelijks structuur; het stimuleert dus niet tot herkauwen en speekselproductie. De combinatie van veel zuur en weinig buffering maakt tarwe tot een belangrijke risicofactor.
Vooral wanneer tarwe wordt gevoerd in grotere hoeveelheden of zonder voldoende ruwvoer, kan pensverzuring snel ontstaan.
Het belang van voldoende vezels
Herkauwers zijn gebouwd om vezelrijk voedsel te eten. Vezels uit gras en hooi vergroten de herkauwactiviteit. Tijdens het herkauwen komt speeksel vrij dat de pens buffert en de pH stabiel houdt. Een vezelrijk rantsoen voorkomt dus verzuring en ondersteunt een gezonde darmflora.
Wanneer de basis van het dieet vooral uit krachtvoer of graanbrokken bestaat, ontbreekt deze structuur en kunnen problemen ontstaan.
Waarom zit er dan nog zoveel tarwe in brokken?
Als tarwe zulke risico’s heeft, waarom wordt het dan toch nog veel gebruikt?
Het antwoord is simpel: tarwe is goedkoop, goed verkrijgbaar en levert veel energie in een kleine hoeveelheid. In de intensieve veehouderij kunnen dieren hierdoor snel groeien of meer melk produceren. Dat levert economisch voordeel op. Daarnaast zorgt tarwe voor binding: het helpt om brokjes stevig te persen.
Voor hobbydieren zijn deze voordelen slechts schijnvoordelen. Ze hebben helemaal geen behoefte aan zulke energierijke voeding; hun behoefte ligt vooral bij vezels, vitaminen en mineralen.
Waarom is tarwe minder geschikt voor hobbyvee?
Veel hobbydieren behoren tot sobere rassen. Deze dieren zijn efficiënt in het benutten van energie en komen snel aan. Wanneer zij tarwe of andere granen krijgen, lopen ze een groter risico op overgewicht en metabole problemen zoals pensverzuring.
Daarnaast kan een tarwerijk rantsoen leiden tot diarree, verstoring van de darmflora, hoefbevangenheid en zelfs acute stofwisselingsproblemen — vooral wanneer dieren weinig vezels krijgen of plotseling meer brok eten.
Tarwe past dus slecht bij de natuurlijke behoefte van hobbydieren, die vooral zijn ingesteld op hoge vezelinname in plaats van geconcentreerde energie.
Wat voer je dan wél?
Een gezond rantsoen bestaat voornamelijk uit ruwvoer: gras, hooi, kruidenhooi of een ruwvoermix. Dit is de basis van een stabiele spijsvertering en stevige pensflora.
Daarnaast is een balancer een waardevolle toevoeging. Deze bevat alle essentiële vitaminen, mineralen en sporenelementen die in ruwvoer vaak ontbreken — zonder extra energie te voeren. Zo blijft het rantsoen compleet, zónder het risico op overvoeding of verzuring.
Hoe voorkom je pensverzuring?
De belangrijkste manier om pensverzuring te voorkomen, is door de basis van het voer aan te passen. Dieren hebben dagelijks onbeperkt ruwvoer nodig. Voerveranderingen moeten geleidelijk worden doorgevoerd; abrupte overstappen verstoren de pensflora en vergroten het risico op verzuring.
Vermijd granen zoals tarwe, maïs en gerst waar mogelijk. Schone, droge watervoorziening is eveneens belangrijk, omdat vocht en opnamecapaciteit in de pens essentieel zijn voor een stabiele pH.
Het combineren van ruwvoer met een balancer is een veilige manier om het dieet compleet te maken zonder zetmeel of snelle suikers toe te voegen.
Waarom wij bij Veldvoer geen tarwe gebruiken
Onze producten zijn ontwikkeld met de spijsvertering van hobby- en sobere rassen als uitgangspunt. Daarom bevatten onze ruwvoermixen en balancers geen tarwe of hele granen. Ze zijn rijk aan vezels, laag in suiker en afgestemd op natuurlijke opname en vertering.
Door bewust te kiezen voor tarwevrij voeren, verklein je het risico op pensverzuring, overgewicht en hoefbevangenheid en ondersteun je een stabiel microbioom in de pens. Dit draagt direct bij aan een betere weerstand, sterke hoeven, vitaliteit en dagelijks welzijn.